Wet arbeidsmarkt in balans (WAB)

Op 1 januari 2020 trad de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) in werking. Deze wet heeft het Nederlandse arbeidsrecht op meerdere punten aangepast. Het doel? Een betere verhouding tussen vaste en flexibele arbeid, meer zekerheid voor werknemers én meer duidelijkheid voor werkgevers.

De WAB maakt vaste contracten aantrekkelijker en brengt strengere regels met zich mee voor flexibele vormen van werken, zoals oproepwerk en payrolling.

Wetten en regels
Afbeelding

Waarom is WAB nodig?

In de jaren vóór 2020 groeide het aantal flexibele contracten sterk. Voor veel werknemers betekende dit minder zekerheid, minder rechten en soms onduidelijkheid over inkomen. De overheid wilde deze ongelijkheid verminderen door:

  • Flexibele werknemers meer bescherming te geven;
  • Vaste dienstverbanden aantrekkelijker te maken voor werkgevers;
  • De regels rond ontslag en contractduur te verduidelijken.

De belangrijkste veranderingen

1. Lage WW-premie voor vaste contracten, hogere premie voor flex:

Vanaf 2020 betalen werkgevers een lagere WW-premie voor werknemers met een vast contract. Voor flexcontracten geldt juist een hogere premie. Hiermee wil de overheid stimuleren dat werkgevers sneller kiezen voor vaste aanstellingen.

2. Nieuwe ontslagmogelijkheid: de cumulatiegrond

De WAB heeft een extra ontslaggrond toegevoegd, de cumulatiegrond. Hiermee kan een rechter verschillende gedeeltelijke ontslagredenen samenvoegen tot één complete ontslagreden. Bij ontslag via deze route kan de rechter een werknemer een extra vergoeding toekennen.

3. Transitievergoeding vanaf het begin van het dienstverband

Waar werknemers voorheen pas na twee jaar dienst recht hadden op een transitievergoeding, geldt dit nu vanaf dag één. Ook de berekeningswijze van deze vergoeding is met de WAB vereenvoudigd.

4. Ketenregeling aangepast naar 3 jaar

De vernieuwde ketenregeling bepaalt dat:

  • Er maximaal 3 tijdelijke contracten mogen worden gegeven, binnen een periode van maximaal 3 jaar.

Daarna ontstaat automatisch een vast contract. Eerder lag deze termijn op 2 jaar. Daarnaast zijn er uitzonderingen mogelijk, bijvoorbeeld voor werk dat elk jaar terugkeert of voor invalkrachten in het onderwijs.

5. Gelijke behandeling voor payrollmedewerkers

Payrollkrachten krijgen sinds 2020 recht op:

  • Dezelfde arbeidsvoorwaarden als werknemers in dienst van de opdrachtgever;
  • Dezelfde rechtspositie;
  • Vanaf 2021 een goed pensioen.

Hiermee wordt het onderscheid tussen payroll en regulier dienstverband kleiner.

6. Oproepkrachten hebben meer zekerheid 

Voor medewerkers met een oproepcontract (zoals nul-uren of min-max) gelden nieuwe regels:

  • Een oproep moet minstens 4 dagen van tevoren worden gedaan.
  • Bij een intrekking binnen die termijn heeft de werknemer recht op loon voor de geplande uren.
  • Na 12 maanden moet de werkgever een aanbod doen voor een vast aantal uren, gebaseerd op het gemiddelde van het jaar ervoor.

Wat betekent dit in praktijk?

Voor werkgevers

  • Flexwerken is minder vrijblijvend en soms duurder;
  • Vaste contracten zijn fiscaal aantrekkelijk;
  • Administratie rond opletten WW-premies, oproeptermijnen en ketenregeling vergt meer aandacht.02

Voor werknemers 

  • Meer zekerheid bij flexibele contracten;
  • Sneller recht op vergoeding bij ontslag;
  • Betere juridische positie bij payroll;
  • Meer voorspelbaarheid van werktijden en inkomen.
Afbeelding

De Wet arbeidsmarkt in balans heeft ervoor gezorgd dat de spelregels rond werken, flexibele contracten en ontslag duidelijker en evenwichtiger zijn geworden. Werkgevers worden gestimuleerd om duurzame arbeidsrelaties aan te gaan, terwijl werknemers meer zekerheid en bescherming krijgen. De WAB heeft daarmee een belangrijke stap gezet naar een arbeidsmarkt waarin vaste en flexibele arbeid beter in verhouding staan

Neem contact met ons op!